In een overmoedige bui had mijn man per post een nieuwe mobiele telefoon besteld. Zelf heb ik nog angstvisioenen van de vorige keer dat hij een pakketje thuis had laten bezorgen. Het ging om de aanschaf van ‘internet plus bellen’, dat volgens KPN met kinderlijke eenvoud en in een handomdraai te installeren was.Het uitpakken ging nog redelijk goed, hoewel de snoeren binnen een mum van tijd zo verknoopt waren dat ze zonder snijdend materiaal bijna niet meer te ontwarren waren.
Achteraf een veeg voorteken en een reden voor mijn man om een pauze in te lassen. Dit interbellum duurde een dag of zeven.
Op een zaterdagochtend kwam het er dan toch van. Ik had mij verschanst in de verste uithoek van het huis, maar het was onontkoombaar: de geluiden die mijn man produceerde klommen in volume en naarmate de frustratie opliep hoorde ik vreemde geluiden, die ik slecht kon thuisbrengen.
Ik overwoog even om mijn hulp aan te bieden, maar ik zag er vanaf toen ik onder aan de trap diverse materialen naar beneden zag komen.Tegen de tijd dat mijn man het opgaf, was hij rijp voor een gedwongen opname in de meest nabijgelegen psychiatrische kliniek. Hij sprak haperend en wist zijn naam niet meer. Mij herkende hij nog wel. Dat maakte ik op uit het feit dat hij mij er de schuld van gaf, dat hij het spul niet aan de gang kreeg.
Maar nu dus die telefoon. Ik zat net rustig op de bank toen mijn man het pakje uit de gang haalde. Kort daarna klonk de eerste zucht. De Samsung GT-S5230 moest aan de achterzijde geopend worden door een vloeiende neerwaartse beweging. Ik hoorde een gesmoorde vloek. Een nijdig geschuif van de barkruk. Een paar bozige stappen en daarna kreeg ik de gebruiksaanwijzing onder de neus gedrukt. Ik gaf wat verstandige tips, overigens zonder resultaat.
Er was een escape: gooi de telefoon op een hard oppervlak. Even later viel de telefoon op de grond, het klepje sprong open.
‘Ik heb het,’ zei mijn man. Het was een tijdje angstig stil. Ik hoorde mijn man mompelen, dat hij niet gevraagd heeft om al die flut functies, dat hij verdomme alleen maar wil bellen, dat zo’n aanraakscherm wel handig lijkt maar het helemaal niet is, omdat wat je nodig hebt voorbij zoeft voor je er erg in hebt.
De volgende morgen kon hij de aan- en uit knop niet vinden en even later begreep ik dat het kreng inmiddels helemaal niks meer deed. Zwart scherm. Juist op dat moment brak er een oorverdovend lawaai los, het leek wel een big band. Verward keken we elkaar aan, natuurlijk: de bel tone. Mijn man drukte verwoed op diverse knoppen en jawel, aan de andere kant klonk een stem.
En hoewel ik de tekst op afstand woordelijk kon verstaan, voerde mijn man het aantal decibellen tijdens het gesprek steeds verder op, alsof hij geen enkele fiducie had in het vermogen van de nieuwe technologie om zijn woorden verstaanbaar over te brengen. Het duurde enige tijd voor we de uit knop te pakken hadden. We legden het onding neer, keken elkaar aan en verlangden naar vroeger.
Toen je nog zo’n prachtig zwart hoornen telefoontoestel had met een robuuste draaischijf. En het mooiste was dat je met een superieur gebaar de hoorn op de haak kon smijten als het gesprek je niet beviel. Als je nu voortijdig op het uit knopje drukt, denkt de ander hooguit dat er een netwerkstoring is.