Al een paar maanden loopt er een kip rond op het erf van Groenlinks-raadslid Corry van Rooijen in Nieuwegein, lees ik in een artikel in het lokale blaadje Dichtbij.
‘Is er dan niemand die zijn of haar kip mist? Zelfs in de stromende regen zoekt het beestje beschutting bij de buren. Dichtbij zoekt mee naar de rechtmatige eigenaar!’
Hoe dat zoeken er uitziet, blijft trouwens tamelijk duister. Is de hele redactie van Dichtbij uitgerukt voor een massaal huis-aan-huis onderzoek in de wijk Jutphaas onder de bezielende leiding van de hoofdredacteur? Of is dit bericht meer een krantenvullertje, dat weliswaar sympathiek oogt, maar verder weinig om hakken heeft. Of is het Dichtbij erom te doen, dat wij ons als Nieuwegeiners – geïnspireerd door het veelbesproken leed van de plofkip – spontaan opwerpen om mee te helpen met zoeken? Zodat wij rond het thema ‘kip’ de eerste contouren voelen van wat bedoeld wordt met een participatie samenleving?
Zeker is dat Corry van Rooijen al maanden in de weer is met die kip.
Al op 8 november 2013 twittert ze: ‘Aankomen lopen: EEN KIP. Wie in Nieuwegein mist een lieve kip?’
En op diezelfde dag: ‘Iemand???’
En dat allemaal zonder een behoorlijk signalement van het beestje. Mevrouw van Rooijen, in de Gemeenteraad hebt u het toch ook niet over een verkeersprobleem zonder de straat te noemen?
Op 12 november volgt een nieuw twitter bericht: ‘Aanloopkip zit nu in een boom luid en verontwaardigd te tokken. Hij moet echt nodig in zijn veilige kippenhok.’
Luister eens, mevrouw van Rooijen, zo moeilijk moet het voor u toch niet zijn om provisorisch een hokje in elkaar te timmeren? Of anders uit uw royale sociale netwerk ergens een tijdelijk kot los te peuteren? Als politicus bent u toch creatief en oplossingsgericht?
Pas op 1 januari meldt mevrouw van Rooijen zich weer met een twitter bericht dat – nog even los van die irritante uitroeptekens achter elke zin – moeiteloos past in de categorie ‘smakeloos’. ‘Ze is er nog! Vanmorgen stond ze daar weer! Voor mijn deur! Wallen onder haar pientere ogen! Maar toch als een echte overlever!’
U wilt dus beweren, mevrouw van Rooijen, dat u die arme lieve pientere kip, die in zijn grenzeloze naïviteit dacht bij u – vriendin van het groen en van de natuur – beschutting te vinden, zes weken lang heb laten ronddolen op en rond uw erf zonder enige actie te ondernemen? Geen wonder dat die stakker van een kip wallen onder zijn ogen heeft. Een echte overlever? Jazeker, maar niet dankzij u. Waar was u al die tijd? Andere politieke prioriteiten misschien?
Op 2 januari 2014 slaat mevrouw van Rooijen twittergewijs aan het denken – niet de hele tijd -, ze is een deeltijd denker. Dat zie je wel vaker in de politiek.
‘Ik denk soms dat ze uit de dierenweide komt. De kippen daar, hebben een andere kleur. Ze is zo mooi en slim.’ Zelf heb ik inmiddels ernstige twijfels bij de verstandelijke vermogens van de kip. Die had – politici kennende – toch beter kunnen weten.
Het laatste twitter bericht is ook van 2 januari. ‘Misschien verzorgers van de dierweides vragen? Ik zal haar missen, maar als het gaat vriezen heeft ze bescherming nodig!’
Mag ik het zo zien, mevrouw van Rooijen, dat u met dat twitter bericht bedoelt dat u overweegt om binnen afzienbare tijd – en even afhankelijk van de dan geldende weersomstandigheden – het voornemen heeft om desnoods tot actie over te gaan?
Ik denk dat KIP dat heerlijk zou vinden.