Een van de nadelen van een geëmigreerde dochter is dat je ongevraagd opgescheept wordt met van die lijstjes met spullen die ik hier moet kopen omdat ze dáár te duur zijn en die ik allemaal mee moet slepen, samen met een gros tweedehands kinderboekjes die ze ergens op de kop heeft getikt en bij mij heeft laten bezorgen.
Plus dat ik nog de restanten moet meenemen van een pakketje dat ik haar in februari stuurde en dat na ruim twee maanden onverrichterzake retour kwam omdat de dropvisjes het Ministerie van Landbouw in Brazilië niet welgevallig waren. Zonde vooral van die zwangerschaps korte broek, waar zij reikhalzend naar uitkeek, en die nu hoogstwaarschijnlijk als mosterd na de maaltijd komt.
Op het lijstje stonden sportschoenen, maat 38. Nadere typering: liefst iets afgeprijsd, niet al te fel van kleur, maar niet te saai en zeker geen zwart, gevolgd door een vijftal preferente merken.
Bij Perry Sport trof ik een jongeling, die er voor zijn leeftijd opvallend gewoontjes uitzag. Geen ijzerwerk, geen frivoliteiten, een rood Perry-shirt, en een frisse kuif. Hij wees op het schoenen vak aan de wand. Waar ik ze voor nodig had. Ik zei dat ik ze niet nodig had, maar mijn dochter wel en dat ze in Brazilië woonde. Maat 38 kon niet zei hij, want een sportschoen neem je een maat groter.
Ik naar huis. Mailen. Hoe het kon, schreef ze, dat ik niet wist dat ze maat 37 heeft.
Terug naar Perry.
Of ze hard liep. Nee, wel gewoon een paar kilometer per dag in het park. Kon ik het beste running shoes nemen.
Ik naar huis. Skypen. Moest ik running shoes hebben of work-out shoes.
Terug naar Perry.
Hij deed een greep in het vak en toonde mij de Nike Double Fusion in een ordinaire kleur roze. ‘Probleem bij deze schoen is het zooltje. Dat is namelijk heel dun.’ Met veel moeite peuterde hij het zooltje eruit en hield het triomfantelijk omhoog. ‘En daarom hebben we gelzooltjes.’ Hij toog naar een rek en toonde mij een gelzooltje. Óf ik het even wilde proberen. Ik mocht ze ook best mee naar huis nemen en ze daar proberen.
‘Maar dan moet ik ze toch eerst kopen.’ Hij knikte besmuikt.
Terug bij het vak tastte hij naar een ander exemplaar: de New Balance W690, grijs met gifgroen. ‘Maar ja, ook zo’n dun zooltje hè. Moet echt een gelzooltje in.
Het hielp niet dat ik zei dat mijn dochter personal trainer is en dat ik haar nog nooit over een gelzootje had gehoord. Ik moest en zou een schoen aan met zo’n zooltje erin.
Goed.
‘Heb je misschien aandelen in gelzooltjes,’ vroeg ik gehaaid. Hij keek me niet-begrijpend aan. Aandelen? Volgens hem was het beter als mijn dochter die schoen zelf zou komen passen, met zo’n zooltje erin.
‘Ze woont in Brazilië.’
‘Ja, dat is wel heel ver hè? Om dan helemaal hierheen te komen om te passen.’
Maar ik zag aan zijn gezicht dat het in verband met het zooltje wel veel beter geweest.
Gelzooltje
Een van de nadelen van een geëmigreerde dochter is dat je ongevraagd opgescheept wordt met van die lijstjes met spullen die ik hier moet kopen omdat ze dáár te duur zijn en die ik allemaal mee moet slepen, samen met een gros tweedehands kinderboekjes die ze ergens op de kop heeft getikt en bij mij heeft laten bezorgen.
Plus dat ik nog de restanten moet meenemen van een pakketje dat ik haar in februari stuurde en dat na ruim twee maanden onverrichterzake retour kwam omdat de dropvisjes het Ministerie van Landbouw in Brazilië niet welgevallig waren. Zonde vooral van die zwangerschaps korte broek, waar zij reikhalzend naar uitkeek, en die nu hoogstwaarschijnlijk als mosterd na de maaltijd komt.
Op het lijstje stonden sportschoenen, maat 38. Nadere typering: liefst iets afgeprijsd, niet al te fel van kleur, maar niet te saai en zeker geen zwart, gevolgd door een vijftal preferente merken.
Bij Perry Sport trof ik een jongeling, die er voor zijn leeftijd opvallend gewoontjes uitzag. Geen ijzerwerk, geen frivoliteiten, een rood Perry-shirt, en een frisse kuif.
Hij wees op het schoenen vak aan de wand. Waar ik ze voor nodig had. Ik zei dat ik ze niet nodig had, maar mijn dochter wel en dat ze in Brazilië woonde. Maat 38 kon niet zei hij, want een sportschoen neem je een maat groter.
Ik naar huis. Mailen. Hoe het kon, schreef ze, dat ik niet wist dat ze maat 37 heeft.
Terug naar Perry.
Of ze hard liep. Nee, wel gewoon een paar kilometer per dag in het park. Kon ik het beste running shoes nemen.
Ik naar huis. Skypen. Moest ik running shoes hebben of work-out shoes.
Terug naar Perry.
Hij deed een greep in het vak en toonde mij de Nike Double Fusion in een ordinaire kleur roze. ‘Probleem bij deze schoen is het zooltje. Dat is namelijk heel dun.’ Met veel moeite peuterde hij het zooltje eruit en hield het triomfantelijk omhoog.
‘En daarom hebben we gelzooltjes.’ Hij toog naar een rek en toonde mij een gelzooltje.
Óf ik het even wilde proberen. Ik mocht ze ook best mee naar huis nemen en ze daar proberen.
‘Maar dan moet ik ze toch eerst kopen.’ Hij knikte besmuikt.
Terug bij het vak tastte hij naar een ander exemplaar: de New Balance W690, grijs met gifgroen. ‘Maar ja, ook zo’n dun zooltje hè. Moet echt een gelzooltje in.
Het hielp niet dat ik zei dat mijn dochter personal trainer is en dat ik haar nog nooit over een gelzootje had gehoord. Ik moest en zou een schoen aan met zo’n zooltje erin.
Goed.
‘Heb je misschien aandelen in gelzooltjes,’ vroeg ik gehaaid. Hij keek me niet-begrijpend aan. Aandelen? Volgens hem was het beter als mijn dochter die schoen zelf zou komen passen, met zo’n zooltje erin.
Ze woont in Brazilië.’
‘Ja, dat is wel heel ver hè? Om dan helemaal hierheen te komen om te passen.’
Maar ik zag aan zijn gezicht dat het in verband met het zooltje wel veel beter geweest.